29 November, 2003

Experiment met zilverpapier.

Te vinden onder: Uncategorized — @ 6:39

Wanneer ik eens kom te sterven dient mijn lijf enkel de wetenschap te dienen moest er nog iets mee aan te vangen vallen. Dat is zo vastgesteld. Mijn brein nochtans, hoe nietig of virtuoos het door sommigen ook bestempeld moge worden, wil ik na mijn verscheiden zo snel mogelijk met al zijn hebben en houden, al zijn herinneringen en spijt, alle onhebbelijkheden en lieftalligheden ge-upload zien naar een server in een bunker op Antarctica die netjes aangesloten is op de Big Routers en al de rest van het Wereldomvattende Circus zodat ik uiteindelijk eens wat van de wereld kan zien.
Met dat doel voor ogen heb ik al een map aangemaakt op mijn harde schijf die ‘Het_wezen_van_Polski’ heet en waarnaar ik middels een vernuftige soort helm die bestaat uit een badmuts, wat balsahout, een halve rol zilverpapier, wat nylondraad en een elastiekje dat de boel om mijn kin samenhoudt al mijn breindata via een handig USB-kabeltje heenstuur.
Tot nu toe zit er in die map (en ik heb het over drie dagen hard labeur en koppijn) nog niks, nada, geen enkele bit of byte valt erin te bespeuren. Hetgeen uiteraard mijn twijfels doet rijzen over:
a) de inhoud van mijn brein.
b) de USB-aansluiting.
c) de software van mijn helm.
d) de zin van dit alles.


reacties (13)


27 November, 2003

Antwaarpse blondjes

Te vinden onder: Uncategorized — @ 21:49

Twie blongdjes zitten on den toeg in een cafééken oep ‘t Kiel.
Zee tie één: “‘k zeng zjust wer men raaiexoam gon doeng.”
“Allee”, vroagt d’aander: “en, oe was’t?”
“Nie goe, zenne”, zee ze, “wer geboasd! ik koom wer on da rongd pungt, en der stod een bord me daartig oep, dus ‘k raaie kik daartig kiër rongd da rongd pungt.”
“Ai”, zee d’aander, ” en verkiërd geteld, of wa?”


reacties (7)


26 November, 2003

Godsdienst en godsdiensten.

Te vinden onder: Uncategorized — @ 5:40

Ik ben niet bestempeld middels een scheut water die me onder eentonig gelispel over m’n kruin werd gegoten om me te verlossen van een oerzonde begaan door een paar mijner voorouders, noch ben ik opgevoed in de traditie dat ik me elk jaar voor een periode gedurende de tijd dat het daglicht duurt alle lichamelijke geneugten ontzeg omwille van een belofte aan mijn profeet, en terwijl ik met onbedekte kruin onbevangen de rigide hemelen kan tarten loop ik nog steeds fluitend met mijn voorhuid rond te zwaaien zonder door de vuist Gods getroffen te worden. Ikke blij, iedereen gelukkig!
Dat is wat anders wanneer ik om me heen kijk. Een seniele vent representeert het geweten van de Katholieke Kerk, met patroongordels behangen en jurkdragende mohammedanen vertegenwoordigen de Wrekers van de Islam terwijl ultra-orthodoxe joden menen met bulldozers en hoge betonnen muren hun superioriteit door te moeten drukken op de heuvels van het land dat ondertussen al aan iederéén beloofd is geweest. En ondanks het feit dat ik geen geloof heb en dat iedereen van mij mag geloven wat hij wil zolang hij er maar voorspoed, troost en liefde uit kan putten zonder er andere mensen voor om zeep te moeten helpen, begrijp ik het hoegenaamd niet hoe het komt dat de meest felle aanhangers van aantal van de grootste godsdiensten die notabène dezelfde god de liefhebbende vader vereren, het kunnen presteren om onderling zo bloederig met elkaar om te gaan. Het lijkt wel een kleuterruzie: ‘…en ik zie onze Papa het lieh-iefst!’ Terwijl ze toch, wanneer ze hun eigen boeken zouden lezen in plaats van ruzie te maken, moesten weten dat Papa hen allemaal even graag ziet.
In mijn goeie dagen vermoed ik wel eens dat een paar slimme slechteriken heel de boel misbruiken om een hoop domme goeieriken te manipuleren. In mijn slechte dagen ben ik daar absoluut zeker van. Hoe anders kunt ge zo leren haten als door zovelen van ons wordt gedaan? Hoe valt het dan te verklaren dat er zulke gevaarlijke meningen zo blind gevolgd worden? Hoe is het in wiens-naam dan ook mogelijk dat mensen zo kunnen opgezet worden tegen andere mensen die ze in andere omstandigheden onderdak zouden geven? Vanuit de godsdienst heb ik alleen nog maar horen verklaren dat dat komt omdat de mensen van het Pad Gods af zijn. Volgens mij zijn we dat al sinds we God hebben uitgevonden.


reacties (10)


23 November, 2003

Niets van wat hieronder staat is waar:

Te vinden onder: Uncategorized — @ 8:30

In de kroeg (uiteraard):
‘Mag ik je wat vragen?’ (onvriendelijke bakkes richt het woord tot me)
‘Ah! Voor mij een Bolleke!’
‘Nee dat bedoel ik niet. Ben jij soms toevallig Polskaya? Die Zorro van polskaya puntje be-eeh?’
Ik zie de gebarsten rode adertjes in het wit van zijn ogen. Damn! Een zatte kloot die mijn cyber-alter-ego herkend heeft en er geen doekjes om draait! Ik haal diep adem en antwoord: ‘Jaaaa die ben ik soms maar nu nie, wat is jouw url? (macaroni met kaassaus is mijn lievelingsrecept)
‘Ik heb geen uu-èr-èl maar wel een madam die het afgebold is omwille van jouw gezeik‘.
Oh fuck, hier ging geen gezalf noch traktatie en vriendschappelijke schouderklop helpen.
‘Mijn gezeik? Mijn zat gezeik wil je zeggen? Want tegenwoordig is het niet veel anders. Ik ken jouw vriendin geeneens, wat zou ik dus met mijn zat gezeik geblogd hebben wat haar van jou deed weggaan? Pintje trouwens? Ik ga er ook nog eentje ledigen voor ik aan de volgende begin.’ Hij weigerde er een te drinken van me.
En net toen ik mijn eigen pas bestelde dosis vitaminen en caloriën aan mijn wellustige lippen wou plaatsen greep de meneer die ik niet ken maar die beweert mij te kennen me met zijn rechterhand bij m’n keel zodat ik moest piepen dat hij voorzichtig moest zijn of ik zou bier morsen op zijn prachtige gilet. Hij neep nog wat harder en terwijl ik zijn speeksel op mijn wang voelde spuwde hij me toe dat ik niet zo bijdehand moest zijn. Ik probeerde mijn Bolleke terug op het bierviltje te plaatsen en slaagde daarin terwijl ik probeerde te slikken. De kroeg was stampvol en amuseerde zich te pletter en niemand zag wat er zich tussen ons afspeelde. Dus ik hief mijn knie op en raakte hem waar het pijn doet voor hij me kon zeggen dat hij me een lesje in nederigheid zou leren. Zijn greep om mijn keel loste en ik maakte er gebruik van om zijn klauw van mijn strot te rukken en met een ouwe truuk was ik heer en meester over zijn duimgewricht zodat ik hem kon dwingen te gaan zitten op een met jassen volgestapelde kruk naast me. Met zijn hand op een bijna onnatuurlijke manier naar binnen geplooid en met mijn vingers er als een bankschroef omheen maande ik hem sissend aan te kalmeren. Hij weigerde te kreunen maar nam toch plaats. Ik keek hem met mijn meest smerige blik in zijn ogen en poogde hem langzaam los te laten, voorbereid op elke onverwachte beweging van hem. Tenslotte had hij me al eens bij m’n keel gegrepen, niewaar?
Mijn handen trilden toen ik mijn heerlijke Bolleke weer aan mijn lippen zette, en bij het neerzetten ervan wenkte ik de waardin om voor mijn belager ook iets te bestellen. Deze keer nam hij het aan en zijn hand trilde even hard toen hij het glas naar zijn mond bracht en de schuim van zijn bier zoog. Hij stak een sigaret op en we zwegen en we keken allebei loensend naar elkaar. Ik was bang en nieuwsgierig en voorzichtig en ik voelde zijn woede en frustratie als een lans in mijn oog. Hij was kwaad en gefnuikt in zijn glorie als wraakengel en ontdaan van zijn vleugels en terwijl hem dat totaal niet zinde denderde om ons heen het lawaai van de kroeg als dat van een trein die met duizend loeiende veewagons over een ijzeren spoorwegbrug passeert. Ik keek hem iets minder vuil aan dan daarnet en vroeg hem terwijl ik mijn keel betastte wat zijn miserie was. Knalrood en zweterig weigerde hij om ook maar één woord aan mij vuil te maken. Het was niet omdat hij daarnet even moest buigen dat hij daarom gebroken was. Na een seconde of wat stond hij van zijn kruk op en met halfdicht geknepen oogjes mikte hij zijn peuk in mijn bierglas en blies een bakkes vol rook in m’n gezicht.
‘We zien elkaar nog wel, Polskaya‘ zei hij met zijn neus twee centimeter van de mijne en ik rook braaksel. De sfeer in de kroeg was ondertussen uitgelaten om niet te zeggen uitzinnig. Ik zag zijn rug stompend verdwijnen in de deinende massa en probeerde wat er net gebeurd was te begrijpen zonder dat ik er uiteindelijk iets van snapte behalve dat ik iemands vriendje serieus kwaad had gekregen. De kroegdeur zwaaide open en knalde weer dicht en ik zag hem als een schim voorbij de bewasemde vensters passeren, zijn vuisten ver in zijn jaszakken gestoken, zijn kin diep in zijn sjaal die hij om zijn opgeslagen kraag had geknoopt en met de zelfzekere tred als van iemand die wist wat hem te doen stond.
Ik heb geen idee wat me te wachten staat. Ik heb mijn archief nagekeken en alhoewel ik hier en daar best wat mensen tegen de schenen heb geschopt denk ik niet dat mijn blog-geblaat in staat is om relaties op te blazen. Tenzij die relatie daarvoor al zo wankel was als een dronken kat op een slappe waslijn. Dan is elk excuus goed genoeg om de boel op te blazen. Maar om mij dan bij de keel te grijpen is er net iets teveel aan.
En terwijl ik een verse De Koninck probeerde te bestellen brak het waanzinnig geworden clientèle de kroeg af.


reacties (4)


22 November, 2003

Mezelve achterna.

Te vinden onder: Uncategorized — @ 5:15

Ik heb het moeilijk (enfin) met het verschil te maken tussen hoe mensen zijn en wat ze denken te moeten zijn. De meeste van hen stellen niet veel voor maar menen vanalles te moeten voorstellen terwijl het nochtans heel simpel is: wanneer er geen gras groeit in uwen hof moet ge nie stoefen over uw grasmachien.
Ik heb zelfs geen grasmachien. Wel een schaar om mijn geraniums mee in toom te houden!


reageer als eerste op deze post (0)


21 November, 2003

Machiavelli achterna.

Te vinden onder: Uncategorized — @ 5:42

Het is onmogelijk om voor iedereen goed te doen. Op den duur ben je zo goed bezig met voor iedereen goed te doen dat je vanalles om zeep helpt: vertrouwen, vriendschappen, verlangens. En dan rijst de vraag of je niet beter af zou zijn wanneer je geen goed meer doet en of het niet gemakkelijker zou wezen moest je je als een klootzak gedragen. Je zou in ieder geval minder opvallen en als alles meezit wordt je zelfs ongelooflijk gewaardeerd bij het stellen van slechts één enkele nobele daad, hoe nietszeggend die ook mag zijn.
Wreedheid schijnt te lonen. En geen betere zalf voor de zeer dan af en toe een duimbreed toe te geven.


reacties (2)


20 November, 2003

Verwar de content niet met de context.

Te vinden onder: Uncategorized — @ 7:45

Het is maar hoe ge dingen gearrangeerd gekregen krijgt. Wanneer ze moeilijk doen liegt ge de boel vol met leeg gelul.
Wat een streven.


reactie (1)


Ouder »

Powered by WordPress